Ik had niet veel tijd om ervaring op te doen bij VSQ 860 want na 3 maanden werd ik met spoed geplaatst aan boord van Hr Ms Poolster. In het begin hadden we twee Wasp helicopters aan boord, de 239 en 243. Een BVP met twee mecano's KPLVGMRA's Willem Hermes en Kees Pippel, KPLELMNT Bert Ernster en vliegtuigmaker algemeen Piet Nogarede. Andere namen ben ik vergeten.
Ik sliep in een viermans hut bakboord helemaal achterin. Boven de schroef en naast de hut maakten de stuurmachines ook nogal herrie.
Vergeleken met de fregatten was het luxe met een mooi korporaals verblijf en natuurlijk een grote hangaar en groot BVP kantoor.
Volgens mij was het het meest all round schip van de KM aller tijden want naast de functie van bevoorrader werd de Poolster ook gebruikt als onderzeeboot bestrijder want in die jaren was de Poolster voorzien van een sonar onder de boeg. Volgens de kenners aan boord was de Poolster vaak eerder met detecteren van een onderzeeboot omdat de sonar dome veel dieper in het water lag.
Als bewapening had de Poolster naast de twee oerlikons op de hangaar ook nog dieptebom rekken achterop onder het helicopter dek.
Het nadeel was dat de CDT het schip ook af en toe gebruikte als onderzeeboot jager en dan was er in de hut geen sprake meer van slapen door de cavitatie van de schroef.
Het schip was voorzien van een stuk of acht grote vaten waar grote zakken van naar ik meen 800 liter in hingen en daar werd door Heineken tankwagens bier in gepompt. De verblijven werden daardoor voorzien van tapbier.
Gerrit de wasbaas hield echter van een borrel jenever en op een gegeven moment had hij zijn zakken vol en werd boos op een andere korporaal. Om te laten zien hoe goed hij was in karate sloeg hij een jeneverglaasje kapot met gevolg dat hij naar de ziekenboeg moest om zijn hand te laten hechten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten