vrijdag 3 april 2015

Eind 1976, ervaringen bij opname in het marine hospitaal Overveen


Na de rugpunctie in het marine hospitaal eind 1975 had ik steeds rugklachten en die vergergerden in de loop van het jaar 1976. Veel onderzoeken door de jonkheer Boreel, de neuroloog die me ook had behandeld voor de virale infectie van mijn evenwichts orgaan. Men noemde de onderzoeken daar ook wel boreliseren.
Hij nam me echter niet echt serieus, ook waarschijnlijk omdat ik klaagde dat de pijn was ontstaan na de rugpunctie.

In verband met de konstatering van de ziekte van kahler in 2008 en mijn letselschadeclaim bij defensie heb ik mijn medisch dossier opgevraagd en tot mijn verbazing staat daarin dat bij de myelografie een HNP L4/L5 en bij de EMG een neurogene stoornis in het myeloom L4 links was gekonstateerd. In gewone taal een hernia dus op het L4/L5 niveau. Toch geen reden blijkbaar om operatief in te grijpen. Toen werd mij verteld dat er niet genoeg te zien was bij die onderzoeken.

Ik werd dus maandenlang aan het lijntje gehouden met wat fysiotherapie en pijstillers.
Uiteindelijk werd ik opgenomen voor een ligkuur van 10 dagen. Iets wat tegenwoordig juist helemaal wordt afgeraden.

Tijdens een vorige opname in het hospitaal lag ik op een zaal met een aantal oude jongens die lopend patient waren en snakten naar een biertje. Het marinehospitaal was heel streng dus alcohol was uit den boze. Voor een paar mannen geen probleem, zij gingen 's avonds gewoon door het raam naar buiten en na het bezoek aan de kroeg klopten ze weer op het raam die dan op afspraak werd opengedaan.

Deze keer lag ik met een aantal burgers op een zaal, dus niet echt veel lol.
Ik had een ligkuur en dat hield in dat ik 24 uur per dag moest blijven liggen. Ik mocht eenmaal per dag voor de grote boodschap naar de WC. Ik mocht dus ook niet douchen en werd dan ook 's morgens gewassen door een van de  verpleegsters. Daar keek ik naar uit en ik had voorkeur voor een van hen die extra aardig was. Sommige verpleegsters waren verlegen en wasten me netjes maar mijn edele delen werden ontweken. Mijn favoriete verpleegster echter zorgde dat ik ook daar goed schoon werd.
Op een gegeven moment had ze dienst samen met een verpleger. Hij kwam naar me toe om me te wassen waar ik echter niet van was gediend. De verpleegster had het al snel door en stuurde hem gelijk weg en nam me gelukkig zelf onder handen.
Zij kwam ook regelmatig om even een praatje te houden als ze tijd had, ik had niet veel bezoek en het was tijdens de feestdagen dus het aantal patienten was ook minimaal gehouden.

Na 10 dagen mocht ik weer gelijdelijk mobiliseren en werd lopend patient met alle voordelen vandien. Ik had een goede band opgebouwd met de verpleegster en ik werd uitgenodigd in haar slaap verblijf boven in het gebouw. Dat moest wel stiekum want voor mannen was officieel de toegang daar verboden.
Toen ik een tijdje binnen was was het opeens paniek want het hoofd kwam eraan voor een kontrole rondje. Moest ik het raam uit en heb een tijdje naast het raam boven op het dak gestaan totdat ze weg was.
Ik heb niet echt genoten van het uitzicht daar. Op de foto boven zijn een paar van die dakkapellen te zien.

Natuurlijk was er weinig verbetering en uiteindelijk werd ik een jaar later doorverwezen naar een neurochirurg, professor Matricali, die me blijkbaar een interessant geval vond want de beslissing om te opereren werd genomen in een collegezaal met een groot aantal studenten. Omdat ik ondanks de pijn toch kon blijven lopen wilde de professor eerst dat ik snel een aantal trappen op en af liep en daarna in die collegezaal van een tafel ging springen.
Ik sprong van de tafel waarna ik een felle pijn voelde. Dat was blijkbaar goed aan me te zien want de professor zei gelijk dat hij het al gezien had.

Ik werd 8 februari 1977 in het Elizabeth ziekenhuis in leiderdorp geopereerd. Na die operatie was de zenuwpijn in mijn been verdwenen maar is mijn rugprobleem nooit helemaal verdwenen.
De professor kwam na de operatie toen ik ontwaakte uit narcose gelijk met een big smile een potje brengen met het verwijderde weefsel op sterk water.

In mijn medisch dossier staat geschreven dat tijdens die operatie tot verbazing van de chirurg op L4-5 links een praktisch geperforeerde discushernia werd aangetroffen en verwijderd.
Ik ben ervan overtuigd dat de rugpunctie in het marinehospitaal de oorzaak is geweest. Dit is door die assistent die het moest leren foutief gedaan.


Nog een aardige anekdote van mijn verblijf in het Elizabeth ziekenhuis:

Ik moest me op een vrijdag melden voor opname en ik kreeg een bedje in een zaal met patienten waar ik toch even stil van werd. Patienten die hersenoperaties hadden ondergaan. Zij lagen daar met staal op hun hoofd geschroefd en wat me is bijgebleven is dat een aantal daar lagen met een soort prismabrillen waardoor ze liggend toch horizontaal de zaal in konden kijken zonder hun hoofd te hoeven optillen.
Bij mij werden een paar onderzoeken gedaan en ik was het gehele weekend gewoon lopend patient tot maandag, de dag van mijn operatie. Blijkbaar moest er een bed gevuld worden ivm de financieën

Wat schertste mijn verbazing, na het avondeten kwam een verpleegster langs met een kar gevuld met drank en niet enkel vruchtensap. Ze vroeg "mijnheer de Boer, wat wilt u drinken? Een glaasje wijn of misschien een biertje?".
En dit na mijn ervaringen in het stenge alcoholvrije marinehospitaal. Ze kwam zelfs een tweede keer langs en dit herhaalde zich elke avond.
De maandag werd ik geopereerd en ik moest de hele nacht op mijn rug liggen. Die eerste nacht was geen pretje. De dinsdag echter werd ik gelijk met hulp van een fysiotherapeut uit bed gehaald om mijn eerste stappen te doen (met een potje in mijn hand waar het bloed in vloeide via een drain in mijn rug ).
Ik kreeg die dag injecties en mocht ook een aantal pillen slikken. Die dinsdag avond kwam natuurlijk zoals de gewoonte was de verpleegster weer met haar karretje langs met drank en vroeg aan mij wat ik wilde drinken. Ik antwoordde dat ik net was geopereerd en toch wel aardig wat medicijnen kreeg toegediend. Daarop zei ze dat ze het wel even aan het hoofd zou vragen en wat gebeurt? Het afdelingshoofd kwam naar me toe en zei tegen de verpleegster "geef mijnheer de Boer maar een drankje, hij is toch dicht bij zijn bedje"




Geen opmerkingen:

Een reactie posten